CVS ALS INWIJDINGSRITUEEL


Mei 2010

 

Deze tekst is een vervolg op CVS EN SPIRITUALITEIT. Zoals ik daar ook vermeld heb: ik heb geen CVS in die mate dat ik bedlegerig ben, veel pijn heb, geen 100m kan stappen,…
Daarvoor ben ik heel dankbaar. Toch heb ik veel beperkingen die beschreven werden in de vorige tekst.

Ik heb nu tien jaar CVS. Als ik die periode overzie, dan zie ik veel hoogtes waarin ik mooie momenten beleefde met de mogelijkheden die ik had.
Maar ik zie ook de diepe dalen.

CVS is in mijn geval een ziekte waar op louter fysisch vlak niet veel verandering in zit. Het blijft gemiddeld genomen stabiel. In die tien jaar ben ik niet beter geworden, maar ook niet slechter. Je zou het visueel kunnen voorstellen als een vlakke horizontale lijn, ontstaan als het gemiddelde van een curve met hoogtes en laagtes.
Maar op menselijk, op spiritueel vlak is het meer een labyrint en een spiraal.

Een labyrint is geen doolhof. Je kan er niet in verdwalen. Er is maar één ingang en één pad om te volgen. Het doel is de kern, het midden te bereiken. In het begin van het pad denk je dat doel snel te bereiken, want je hebt de indruk er dichtbij te zijn. Maar je raakt er niet en als je het pad verder volgt maak je omwegen, zelfs helemaal buitenom, waar je het gevoel hebt dat je doel nog nooit zo veraf was. Keer je echter niet om en volg je het pad verder, dan bereik je het midden, plots en veel sneller dan verwacht.

In een vlakke spiraal is er ook maar één beginpunt en je begint van buitenaf. En heel harmonisch nader je het midden, ook al heb je het gevoel dat je in rondjes draait en telkens op dezelfde punten dezelfde situaties meemaakt. Maar juist daardoor leer je sneller en heb je minder tijd nodig om een volgende ronde af te werken. In een driedimensionale spiraal die er als een kegel uitziet, met de top naar boven, heb je datzelfde gevoel, maar daarbij ook het gevoel dat je (spiritueel) groeit, dat het geen periode van stilstand is of in rondjes draaien, maar dat je, door veel dezelfde lessen te leren, opklimt naar een hoger punt in je leven. Doordat we echter niet naar boven kunnen kijken zien we de top niet, zien we niet waarheen we gaan. We kunnen enkel vertrouwen op onze intuïtie en op het Leven.

In een opleidingsweekend, waar ik het heel zwaar had door mijn CVS en door het thema dat behandeld werd, kwam op een avond plotseling een gevoel van…ik hoef dit niet meer te doen, ik heb dit proces en dit thema al doorgemaakt, juist door mijn ziek zijn. En ook: ik hoef dit proces niet te versnellen of zo snel mogelijk af te ronden, daar zorgt ‘de tijd’ en de CVS wel voor. Vanaf dan heb ik niets meer gevolgd en alle processen zelf in handen genomen, met steun van de emokinesiologie.

Twee jaar later las ik het boek van KAT DUFF, DE ALCHEMIE VAN ZIEK-ZIJN (1996, Bress BV Amsterdam). Dan kwam bij mij dat gevoel uit dat weekend terug boven en was ik ervan overtuigd dat CVS in mijn leven een inwijdingsritueel is. Ik heb een grote verbondenheid met het sjamanisme, vandaar de link.


CVS EEN INWIJDINGSRITUEEL?


Veel vragen kwamen in me op; is ziek-zijn een overgangsperiode om te kunnen ontdekken wie ik in essentie ben? Heeft die periode van 10 jaar mij niet de kans gegeven om te genezen van ‘oude wonden’ door alles uit het verleden los te laten en te vergeven? Zijn het juist niet die oude wonden die me ziek hebben gemaakt en krijg ik nu de kans om te genezen? Door de CVS heeft mijn ego, met het bijbehorende piekeren (denken) en de nood aan waardering, bevestiging en erkenning een zware deuk gekregen. Heb ik door CVS mijn schaduwkanten niet leren ontdekken en er intensief aan gewerkt? Zijn dat nu juist niet voorwaarden om spiritueel te kunnen groeien, wat al jaren mijn diepste wens was? Heb ik door CVS niet zoveel kansen gekregen om te leren uit mijn fouten en beperkingen, om te vergeven, om niet meer te oordelen en werd zo mijn ‘rugzakje’ van het verleden niet veel lichter? Kwam er geen loutering? Ben ik er niet veel milder op geworden? Ben ik er geen beter mens door geworden?

Ik ben me bewust geworden van mijn veranderingsproces op menselijk vlak, op spiritueel vlak of hoe je het ook wil noemen. Ik heb veel verhalen gelezen van mensen met CVS en gemerkt dat mensen die dat bewustzijn (nog) niet ontdekt hebben soms heel bitter zijn. Ik weet wel, ik heb makkelijk praten omdat ik geen erge chronische pijnen heb, niet bedlegerig ben,… maar toch, ik stel het vast zonder erover te oordelen. Ieder mens zijn eigen weg en zijn eigen tijd natuurlijk.

Ik heb ervaren dat ook goede situaties en materiële zaken uit het verleden mijn vrijheid en mijn spiritueel groeien in de weg konden staan zonder dat ik mij er bewust van was. Door ziek te worden kwam alles veel scherper naar boven en heb ik enkele radicale beslissingen genomen: zo heb ik mijn boerderij, mijn stukje paradijs verkocht om verschillende redenen: de kosten voor behandelingen en voedingssupplementen, in een krampachtige poging om van CVS te genezen, liepen torenhoog op; ik wilde liever deeltijds werken omdat ik het fysisch nog moeilijk aankon; studerende kinderen kosten veel geld; enz. De verkoop en verhuis waren emotioneel zeer zwaar, maar het leven werd lichter; ik had geen financiële zorgen meer, kon mijn kinderen materieel aanbieden wat ze nodig hadden om verder te studeren en hun leven uit te bouwen, kon veranderen van werk en kiezen voor een deeltijdse job, kon enkele maanden sabbatsverlof nemen en in Venwoude(Utrecht) veel bijleren en ervaren hoe het leven wel kon zijn, kon later opleidingen en cursussen volgen die meestal duur zijn, enz. En uiteindelijk kon ik na mijn burn-out stoppen met werken zonder grote financiële problemen.

Loslaten is in dit leven een heel belangrijke waarde om ruimte te scheppen voor iets nieuws. En met plezier laten we alle negatieve en minder leuke dingen uit ons verleden en ons leven achter ons. Hiervoor bestaan honderden trainingen, therapieën, opleidingen, rituelen,genezers, inwijdingen, enz. Allemaal heel waardevol, ik heb er goede ervaringen mee gehad en ook zware confrontaties. Maar vaak vergeten we dat we soms ook goede dingen in ons leven bewust moeten achterlaten om ruimte te scheppen. En dat is niet altijd een gemakkelijke keuze, want daar ervaren we een groot gevoel van verlies. Het bekende trio ego-angst-verstand speelt hier de hoofdrol. We willen liever op een veilige manier verder groeien. We zijn bang voor de leegte, de eenzaamheid en de pijn van het loslaten. Het gevaar bestaat dan dat spiritualiteit een warme cocon wordt waarin we ons wentelen en goed voelen, maar waar geen ruimte meer is voor groei omdat we ons krampachtig vasthouden aan de goede dingen van het leven die onze vrijheid in de weg staan. Het verkopen van mijn boerderij, een stukje paradijs zoals gezegd, was een grote bevrijding voor mij. Door mijn ziek zijn werd ik daarmee geconfronteerd en had twee keuzes: ofwel met mijn verstand dat stukje paradijs krampachtig vasthouden, nog meer geld lenen, blijven aanmodderen in een voltijdse werksituatie en afhankelijk worden van geldschieters; ofwel intuïtief en met liefde de materie loslaten en kiezen voor de vrijheid. Deze beslissing heb ik bewust genomen, zonder druk van anderen, zonder rekening te houden met de emoties die erop zouden volgen bij mezelf en mijn kinderen, maar wel met een verantwoordelijkheid en een liefde om het op een goede manier op te vangen. Maar het was wel de CVS die mij op dat punt bracht had om die keuze te maken.
Vaak hebben we een confrontatie nodig om te groeien. En nu merk ik dat wij die boerderij niet meer nodig hadden om verder te groeien. Het had zijn functie gehad voor mij en mijn kinderen en mocht losgelaten worden.

Ook heb ik geleerd dat het doel gezond worden vaak een teruggrijpen is naar de goede dingen uit het verleden: “vroeger kon ik verre avontuurlijke reizen maken, vroeger kon ik hard werken, vroeger had ik een mooie job, vroeger kon ik veel stress aan, vroeger kon ik uitgaan tot een gat in de nacht, vroeger kon ik… en ik zou dat allemaal graag terug willen beleven. Daarom niet meer in die mate want ik ben ouder geworden, maar toch…” Kijk, dat werkt niet bij CVS. Want hoeveel inspanningen ik ook doe om te genezen, die ziekte gaat zijn eigenzinnige weg. Een periode in mijn leven is afgesloten en komt nooit meer terug. Frustrerend voor mijn ego, mijn denken en de erkenning.

Maar ook al zou ik plotseling gezond worden, dan heeft het ook geen zin om terug te grijpen naar het verleden. Dat kan niet meer, het is voorbij en heeft zijn zin gehad. Het is tijd om NU verder te leven.

CVS duwt mijn ego steeds maar dieper weg. Natuurlijk vecht mijn ego daartegen, maar dat is een verloren strijd. Ik heb geleerd dat het veel gemakkelijker is om het proces te lopen, om me te laten meedrijven naar een punt en een vorm die voor mij bestemd zijn. Dit is geen leven van passiviteit, van een slachtofferrol, maar wel een bewust proces om te genieten en te leren wat nu op mijn pad komt. Als er al een pad is en niet alles nu al gerealiseerd wordt. De vorm zal er komen, de mensen zullen er zijn en ik zal weten dat het goed is. En ondertussen is het enkel een kwestie van wachten en veel geduld hebben. Er voortijdig een vorm aan geven is goed voor mijn ego en de erkenning, maar is louter verspilling van energie want het zal toch niet brengen wat ik ervan verwacht. Zo heb ik mijn vroeger huurhuis, een pastoriewoning, opengesteld voor mensen in nood en ik heb er niet anders dan ongelukkige gevoelens door gekend. Het was mijn tijd nog niet, het was niet de juiste vorm.

Door het inwijdingsritueel heb ik diepe dalen doorkruist, in tunnels gekeken zonder licht, de eenzaamheid in de ogen gekeken, lichtpuntjes gezien waar ik ze niet verwacht had en hebben engelen mij geraakt. Het was een periode van stilstaan, wachten, veel geduld hebben, het verleden en het heden loslaten, vergeven en niet meer oordelen, leren uit de situaties die nu gebeuren, genieten van het nu en het niets, geen toekomstplannen maken, geen verwachtingen meer koesteren, vertrouwen in het Leven en meedrijven naar het onbekende punt.

Het is niet prettig en met mijn volle verstand zou ik er niet voor gekozen hebben. Door CVS had ik de keuze: vluchten op een of andere manier of het spirituele pad en het inwijdingsritueel. Uiteindelijk kwam er een verlossing van angst (die uit het verleden komt) en van hoop (die in de toekomst ligt). Dit is een permanent proces. Het doet me leven in het NU en dat is de enige plaats waar ik echt gelukkig ben.


DE ONDERWERELDREIS


Dit is een samenvatting van hoofdstuk 6 (p.142 tot 157) uit het boek van Kat Duff, de alchemie van het ziek-zijn. Belangrijk om te vermelden is dat zij ook met CVS geconfronteerd werd en de ziekte zag als een vuurproef die haar dwong tot het uiterste te gaan en de verworven inzichten te integreren in haar leven.

 
"Zo begon mijn limbus -die tien tijdloze dagen zou duren-
als een kwelling en veranderde in geduld;
begon als een hel maar veranderde
in een zuiverende zwarte nacht; vernederde mij,
ontnam mij alle hoop, maar gaf me daarna
zacht en vriendelijk duizendvoudig
en in een nieuwe gedaante terug."
(Oliver Sacks)
 

In veel traditionele culturen ondergaan de mensen op de belangrijke keerpunten in hun leven initiatieriten: in de puberteit, bij een huwelijk, het ouderschap, als er ambachtelijke en sociale verantwoordelijkheden worden aanvaard en bij het overlijden. Deze riten zijn niet zozeer gebeurtenissen als wel processen, transformaties die ontstaan door contact te maken met het sacrale. Ze zijn bedoeld om het individu voor te bereiden op de macht, de privileges en verantwoordelijkheden van de levensfase die zij zullen binnengaan, door de kracht en het bewustzijn dat daarvoor nodig is via de rite aan te kweken. De meeste riten worden voorbereid en uitgevoerd door de leden van de gemeenschap, maar af en toe wordt een initiatie spontaan voortgebracht door een ernstige ziekte of krachtige dromen, wanneer de geesten zelf iemand hebben uitverkoren. Dit gebeurt vaak bij de roeping van sjamanen. Bij ons zijn er slechts een aantal overblijfselen daarvan: de doop, het vormsel, het huwelijk, de begrafenis. Deze rituelen beogen echter geen beproeving, verfijning en vorming van het karakter van het individu, zoals dat bij initiaties wel het geval is. Dit gemis is voor ons wellicht een grotere handicap dan we zelf beseffen.

Ons lichaam lijkt zich deze riten te herinneren en treedt soms naar voren om in deze behoefte te voorzien. De inspanningen en beproevingen tijdens de bevalling vormen zowel voor de moeder als het kind een initiatie. Hetzelfde met de doodstrijd. Ook ziekte kan een initiatie zijn. Het is zelfs zo dat ernstige ziekten een verloop hebben dat opmerkelijk veel overeenkomsten vertoont met de stadia en eisen die kenmerkend zijn voor traditionele initiatierituelen: de afzondering, de onderdompeling, de metamorfose en het opnieuw te voorschijn komen. Een zieke zal soms langer in het ene stadium verwijlen of heen en weer schieten tussen twee of drie fasen voordat hij of zij weer bovenkomt. Ik zou niet durven stellen dat ziek-zijn gelijk gesteld kan worden aan een initiatie, want deze rituelen hebben een diepte en een mysterie waar ik niets van af weet. Het is me echter wel opgevallen dat sommige ziekten, met name die aandoeningen die zich tijdens de midlife voordoen, fungeren als een soort initiatie en ons de wijsheid verschaffen die we nodig hebben om ons het gezag en de creatieve kracht van het ouder worden te kunnen aanmeten.


HET PIJNLIJK PROCES VAN ONTBLADERING
Het eerste stadium van initiatie bestaat uit het afzonderen uit de sociale context. De inwijdeling wordt weggehaald van zijn familie, soms zonder waarschuwing vooraf. Een ziekte kan net zo grof zijn door zich plotseling aan te dienen en onmiddellijk toe te slaan. Hoewel we ons vaak achteraf realiseren dat er al enige tijd voortekenen waren, lijkt het eerste schokeffect een belangrijk ingrediënt te zijn van het initiatieproces; het is de eerste stap in de geleidelijke onttakeling. De inwijdeling wordt naar het oerwoud of de bergen gevoerd, naar een speciale heilige plaats of baarmoederachtige hut, dicht bij de machtige natuurkrachten en ver verwijderd van de invloed van de samenleving. De valkuilen van identiteit worden achtergelaten: kleding en bezittingen, zelfs je naam. Op eenzelfde manier moet de zieke zijn werk achterlaten, zich terugtrekken in de slaapkamer of ziekenhuis, zich ontkleden voor de arts en vergeet de zieke zijn naam en wordt een van de anonieme velen. Kennelijk is het voor de voortgang van de initiatie noodzakelijk dat het individu uit zijn onmiddellijke omgeving en sociale kader wordt verwijderd. Dat zou in het geval van ziekte ook wel eens noodzakelijk kunnen zijn voor genezing.
Als de inwijdeling of zijn tegenhanger de zieke eenmaal verwijderd is uit zijn sociale omgeving, betreedt deze een ‘tussen’-wereld, een heilig gebied dat buiten de gewone orde van tijd en ruimte staat, voorbij de culturele conventies, ergens schommelend tussen leven en dood. De inwijdeling wordt vaak behandeld als een lijk of een pasgeborene, is bedekt met dekens, as of modder en wordt gevraagd om stil te blijven liggen in een klein hutje, een spelonk of een (ziekenhuis)bed. Aan een onder de dekens liggend lijf is moeilijk te zien of de zieke/inwijdeling man of vrouw, dood of levend, rijk of arm, blij of triest is. De grenzen tussen droom-en waakbewustzijn, fantasie en werkelijkheid, ik en de ander vervagen, sterker nog, ze lijken vaak kunstmatige constructen. Tegenpolen botsen, veranderen in hun tegendeel en duiken soms weer onder, volgens duizelingwekkende patronen. Alle noties, veronderstellingen en kennis die wij in ons leven hebben opgestapeld worden verbrijzeld en versplinterd tot nutteloze scherven.
Naast de verwarring moeten er tijdens de initiatie ook beproevingen worden doorstaan. Dit kunnen fysieke beproevingen zijn zoals vasten en reinigen, seksuele onthouding, etmalen lang waken, ongemak en pijn. Er bestaan echter ook psychische beproevingen: de inwijdeling wordt veelal geconfronteerd met zijn naaktheid, afwisselend genegeerd en gecommandeerd, soms beledigd en vernederd en hoe dan ook gedwongen om onder druk van de langdurige afzondering zijn angsten onder ogen te zien. Bij het ziek-zijn raken we ons zelfvertrouwen en trots, verworven tijdens de gezondheid ook kwijt. Want ziek-zijn bestaat uit een keten van mislukkingen, beledigingen en vernederingen. Ons werk raakt in de slop, verjaardagen ontgaan ons, we schreeuwen tegen de kinderen, we lossen onze leningen niet op tijd af, we laten onze verantwoordelijkheden vallen, stoppen met de meeste activiteiten en genoegens in ons leven, raken onze uiterlijkheden kwijt, we verliezen vrienden, onze financiële zekerheid, onze overtuigingen en soms ons huwelijk. Als we ziek zijn kunnen we bijna niets meer goed doen.
Het woord voor initiatie betekent in veel inheemse talen letterlijk ‘doodgaan’. Als we ziek zijn, zijn we niet in staat om veel invloed te hebben op ons lichaam, onze gedachten en emoties. We ‘storten in’, ‘takelen af’, ‘gaan kapot’, de metaforen van versplintering. Het tast ons zelfvertrouwen, onze trots en zelfrespect aan. Op het laatst bestaat er alleen nog hoop, maar ook die verdwijnt. Tijdens die lange, donkere nacht die in alle ware initiaties het keerpunt vormt, weet je niet zeker of je ooit nog terugkomt; je moet stil zitten en wachten zonder enige hoop.


DE VERSCHRIKKELIJKE OPENBARING
Tijdens de zware initiatiereis komt er een moment dat je eindelijk op een oergebied, de mythische bestaansgrond stuit; anders gezegd, ontwikkelen we dan het vermogen om, al was het maar voor een paar minuten of uren, de onzichtbare oer-essenties van de dingen en hun verbanden te zien. Dit is wellicht de fase van afsterving die we doorstaan want die trekt ons weg van de oppervlakkige verschijningen naar de onderwereld van de psychische essenties of schaduwen. Dit is het rijk der dromen, mythen en verbeelding, een heilige plaats en tijd waarin de schepping zich constant voltrekt en alles, van de wolkpatronen tot de kleur van de sinaasappels, een betekenis heeft in het groter geheel. Iedere inwijdeling wordt doelbewust hiernaar toe gebracht en nauwlettend afgeschermd van wereldse invloeden opdat hij zijn heilig onderricht kan ontvangen. Geleegd en opengelegd door de beproevingen die hij heeft doorstaan, leert hij over de aard der dingen en hoe hij is geworden tot wie hij is, over de krachten die leven voortbrengen en in stand houden, en de plichten die wij als mens hebben te vervullen. Vaak komen de inwijdelingen tijdens hun reis voorouders tegen, of hulpvaardige maar ook kwaadaardige geesten. Zieken maken iets dergelijks soms ook mee. Inwijdelingen vangen vaak even een glimp op van het drama van de constante schepping, want als je getuige bent van de schepping en leert hoe alle dingen samenhangen, word je nieuw, herschapen en vind je je eigen plaats in de universele orde en neem je deel aan de instandhouding van deze harmonie. Dit leidt ook tot genezing, ongeacht of je leeft of sterft, ziek blijft of beter wordt.


DE TERUGKEER NAAR VERANTWOORDELIJKHEID
Doordat de inwijdeling in aanraking is geweest met de mythische wereld en met de kennis die dit verleent, wordt zijn wezen veranderd; hij zal nooit meer dezelfde zijn. Misschien is dit de reden dat veel zieken hun leven in tweeën delen: de periode voor en nadat ze ziek zijn geworden. Sjamanen keren na hun initiatie vaak terug met een extra rib of een kristal verankerd in hun borstkas, terwijl zieken soortgelijke sporen vertonen in de vorm van een litteken, een ontbrekend lichaamsdeel, een pacemaker of god in hun hart. De nieuwgeboren inwijdelingen worden ‘getekend’, hebben de onwetendheid en onverantwoordelijkheid van hun jeugd achtergelaten om de voorrechten en verantwoordelijkheden van de volwassene te ervaren. Deze laatste fase van de initiatie, de terugkomst uit de onderwereld en de herintegratie in de samenleving, is een zeer delicate fase. De onophoudelijke drukte van de gewone wereld kan een pijnlijke, zelfs verwoestende ervaring zijn voor de inwijdeling die zo gevoelig geworden is door het contact met het mythische rijk. Velen van hen halen het niet. Zo hebben mensen die ernstig en langdurig ziek zijn geweest, een plaats van rust, een schuilplaats nodig, waar ze langzaam bij kunnen komen en een nieuw zwaartepunt kunnen ontwikkelen. Helaas worden zieken, zodra het maar enigszins kan, weer teruggeduwd in het hedendaagse drukke bestaan.
Zieken kunnen van hun ervaringen iets meenemen naar de wereld van de levenden, hun dromen herinneren, de voorschriften opvolgen of de macht gebruiken die tijdens het verblijf in de onderwereld verkregen is. Dit vergt moed, inzicht en de bereidheid om de eigen waarheid te volgen, zelfs als anderen dit niet kunnen bevestigen. Dit geldt vooral binnen een cultuur als de onze, waar de initiatierol van ziekte niet wordt erkend, sterker, actief wordt weersproken; wij worden gestimuleerd om ‘zo snel mogelijk de draad weer op te pakken’. Als we dat wat we hebben geleerd echter niet meenemen naar de wereld, lopen we de kans weer ziek te worden omdat de ongebruikte energie weer terug kan vloeien in zijn destructieve gedaante, in wat ik de verborgen wreedheden van ziek-zijn zou willen noemen. Als een initiatie effect heeft, heeft de overlevende bij zijn geleidelijke terugkeer naar het gemeenschapsleven, een nieuw oog en een nieuw oor voor de dingen gekregen en tevens de moed om naar deze nieuwe waarnemingen te handelen. Veel mensen worden na een ernstige ziekte degene die ze moeten worden, wie ze horen te zijn, of dat nu via de dood of herstel gebeurt. Zelfs degenen die niet beter worden, gaan er soms toch alles aan doen om er een betere wereld van te maken.

"Het verlies is groot en zichtbaar, het geoogste graan is kleiner dan de achtergebleven halmen, maar des te nuttiger." (Kat Duff)


GENEZEN HOEFT NIET


Het klinkt misschien verwonderlijk in de oren, maar eigenlijk verlang ik van niets of niemand meer dat hij of zij mij zal genezen van CVS. Door de complexe aard van CVS is het weinig waarschijnlijk dat er een wondermiddel zal gevonden worden. En alle ‘alternatieven’ zijn ontoereikend. En dan nog: volledige, plotse genezing zou misschien mijn inwijdingsritueel verstoren of stopzetten. Ik vecht niet meer tegen CVS, want het is toch een verloren strijd.

Het is hard om erdoor te gaan, het is een heel eenzame weg met veel verdriet, vechten, loslaten, weemoed en leegte; maar ik heb er veel door geleerd en merk dat ik er (spiritueel) door groei. Ik geloof ook heel sterk dat CVS mij naar een ander leven doet stromen, het leven dat ik diep vanbinnen altijd gekoesterd heb.

Ik verwacht van niets of niemand genezing, maar wel ondersteuning om mijn proces verder te kunnen zetten en het op sommige momenten draaglijk te maken. Ik heb geen dokter, therapeut of groepsleider nodig die beweren dat ik door hun aanpak (en sommigen beweren zelfs enkel door hun aanpak) zal genezen. Het is toch niet waar. Niemand kan mij genezen, ik kan alleen mezelf genezen als ik op een goede manier met CVS omga en de weg volg die CVS mij wijst. Eén aspect daarvan is dat ik ‘de hard werkende mens’ in mezelf moet loslaten om ruimte te creëren voor ‘de spirituele mens’. Niet dat ik niet meer wil en zal werken, maar ik zal er mijn vreugde en levenszin niet meer uithalen wat vroeger wel het geval was.

Veel mensen kunnen mij wel steunen in mijn proces en daar heb ik soms nood aan. Geen mensen die voor mij gaan en zeggen dat ze de weg kennen, niemand die achter mij stapt en mij in de rug duwt, maar mensen die naast mij gaan in verbondenheid.

Ik ben ervan overtuigd dat ik zal ‘genezen’ van CVS als ik door zelfwerkzaamheid mijn inwijdingsritueel fysisch en spiritueel zal doorlopen. Want dan heeft CVS zijn werk gedaan. Fysisch kan ik dan nog altijd chronisch vermoeid zijn of andere klachten hebben, maar ik zal er geen of minder last van hebben door mijn manier van leven of omdat mijn nieuwe leven aangepast is aan CVS. Dan ben ik genezen, volgens mijn normen en niet volgens de normen van de productieve maatschappij waarin we leven.
Een maatschappij die als norm gezondheid-zijn heeft; die niet beseft dat ziek-zijn een essentieel en belangrijk deel van het leven is; die bang is voor ouder worden, ziekte en sterven; waar produceren en consumeren het hoogste goed is; waar je geprezen wordt als je hard werkt en prestaties verricht.

Een ander deel van die zelfwerkzaamheid is dat ik mijn schaduwkanten, mijn verdrongen levensaspecten terug in het licht breng. Ik leef, net als ieder mens in een dualiteit met goede en minder goede kanten. Die schaduwkanten zullen niet verdwijnen door zoveel mogelijk goed te doen of door ertegen te vechten. Dan zullen ze nog meer verdrongen worden en een gif in mijn lichaam en mijn leven zijn. En uiteindelijk loopt het mis. Door mijn inwijdingsritueel probeer ik te ontgiften, komen mijn schaduwen naar boven, zie ik ze zoals ze zijn en aanvaard ik ze. Ik probeer ze niet te veranderen maar ze wel te gebruiken als een positieve kracht. Zo breng ik ze in het licht en wordt de dualiteit in mezelf wat kleiner. Van klacht naar kracht. Van gespletenheid naar evenwicht, harmonie en eenheid. De weg van bevrijding.

Die weg kan volgens mij enkel gegaan worden door de liefde, de onvoorwaardelijke liefde voor onszelf, de ander, het leven, onze mooie wereld, de kosmos en het goddelijke. En hoe kunnen we die liefde ervaren? Door neutraliteit, door alles en iedereen te vergeven, door niet meer te oordelen. Dit is een weg die iedereen kan gaan, dus is het een goede weg.

Eenmaal mijn inwijdingsritueel afgewerkt, kan ik terugkeren om mijn taken op te nemen. Misschien enkel het verzachten van het lijden: groot en klein, voor wie of wat er komt, in welke vorm, op welke manier, waar en wanneer dan ook.

Ik weet het niet….



TOT SLOT…


Enkele fragmenten uit het boek ‘De zin van ziek zijn’ van T. Dethlefsen en R. Dahlke (2009 Ankh-Hermes bv, Deventer).

Deel 1, theoretische inleiding tot het begrip van ziekte en genezing (tot p.88) echt een aanrader. Over deel 2, ziektebeelden en hun betekenis, spreek ik mij niet uit.

Ziekte maakt eerlijk en ontmaskert meedogenloos de verborgen gehouden afgronden in onze ziel. Deze (ongewilde) eerlijkheid is vermoedelijk ook de basis van de sympathie en de toewijding die men voor een zieke heeft. De eerlijkheid maakt hem sympathiek – want in het ziek zijn wordt de mens echt. De zieke compenseert alle eenzijdigheden en brengt de mens naar het midden. Er verdwijnt plotseling veel van de dikdoenerige egospelletjes en het machtsvertoon – er worden veel illusies met één klap vernield en er wordt plotseling getwijfeld aan de juistheid van de tot dan gevolgde levenswijze. Eerlijkheid bezit een eigen schoonheid, waarvan iets in de zieke zelf zichtbaar wordt. (p.56)

De ziekte maakt dat de mens ge-heeld kan worden. Ziekte is een keerpunt, waarop onheil zich in heil (=heel) laat veranderen. Opdat dit kan gebeuren moet de mens ophouden met vechten en in plaats daarvan leren horen en zien wat de ziekte hem heeft te vertellen. De patiënt moet diep in zichzelf willen luisteren en een communicatie met zijn symptomen willen aangaan, als hij wil verstaan wat zij hem te zeggen hebben. Hij moet bereid zijn de opvattingen en beelden, die hij van zichzelf heeft, onverbiddelijk in twijfel te trekken. Hij moet proberen bewust te integreren, wat het symptoom op het lichamelijk vlak hem tracht duidelijk te maken. Hij moet dus het symptoom overbodig maken door in zijn bewustzijn toe te laten wat hem ontbreekt. Genezing, geheeld worden is altijd verbonden met bewustzijnsverruiming en rijping. Ontstond het symptoom omdat een deel van de schaduw in het lichaam zonk en zich daar manifesteerde, genezing is de omkering van dit proces, doordat het principe van het symptoom bewust wordt gemaakt en op die manier van zijn materiële existentie wordt verlost. (p.75)

Voor de zieke blijft nog steeds de levensgrote vraag bestaan: ‘hoe word ik met al die kennis nu gezond? Wat moet ik nu doen?’. Ons antwoord op zulke vragen bestaat altijd uit dit ene woord: ‘Kijken!’. Deze aansporing wordt meestal eerst als banaal, simpel en nutteloos ervaren. Ten slotte wil men er toch iets tegen doen, wil men zich veranderen, alles anders doen - wat kan dan dat kijken veranderen? In ons voortdurend ‘willen veranderen’ ligt een van de grootste gevaren van onze weg. Er is in werkelijkheid helemaal niets te veranderen – behalve onze ziens-wijze. Daarom beperkt zich ons advies ook tot ‘kijken‘. (p.315)

Zo hard het alle wereldverbeteraars in de oren mag klinken: er is in deze wereld niets te verbeteren of te veranderen, behalve het eigen zicht. Zo worden de meest gecompliceerde problemen uiteindelijk altijd weer teruggebracht tot de oude formule: Ken U zelf!. Dit is inderdaad zo hard en zo moeilijk dat wij steeds weer graag proberen de meest gecompliceerde theorieën en systemen te ontwikkelen om de anderen, de verhoudingen en de wereld te leren kennen en te veranderen. Bij zoveel vertoon is het dan wel irritant, wanneer al die opgeblazen theorieën, systemen en inspanningen van de tafel worden geveegd en vervangen door het simpele begrip ‘zelfkennis’. Het begrip mag simpel lijken, omzetting en verwerkelijking zijn dat niet. Zichzelf verbeteren betekent slechts zichzelf zo te leren zien als men is. Zichzelf kennen betekent niet zijn ‘ik’ kennen. Het ik verhoudt zich tot het zelf als een glas water tot de oceaan. Ons ik maakt ons ziek, het zelf is heel. De weg van de genezing (=heel-wording) is de weg uit het ik naar het zelf, uit de gevangenschap in de vrijheid, uit de polariteit naar de eenheid. (316)




Terug naar Spiritualiteit in Alle Eenvoud